Ik ben op weg naar, hoe heet ze, Rosamunde Zinkgraven, dichteres in het Drentse Borger. Het is bar koud. Terwijl ik door het winterse lands fiets probeer ik mijzelf in warmere sferen te brengen door het gedicht Monologue interieur van een koe van Rosamunde luidop te reciteren. eindelijk weer
vrij! We zitten in de
werkkamer van Rosamunde Zinkgraven. De begroeiing was van
beide kanten enigszins gereserveerd maar niet
onhartelijk. Rosamunde is schat ik, een jaar of, pak haar
beet, 32, 33, en inderdaad de prettige verschijning die
haar pasfoto op de achterflappen van de drie dichtbundels
die ze vanaf 1992 heeft gepubliceerd al deed vermoeden.
Als Ik mijn apparatuur heb geïnstalleerd stel ik mijn
eerste vraag. Ik kreeg
bezoek van de zwager |
-Rosamunde, u hebt
een mooie zwoele fluisterstem zogezegd, maar ik moet u
toch echt verzoeken om wat luider te spreken, u doet er
mij en de Hobbyrocker een groot plezier mee. -Sorry, ik
zal proberen er aan te denken. ik weet ook
niet wanneer ik voorlt laatst gescheten heb Nou doe mij dan
maar dat warme prakje. |
ik ben
ik ben een halve mens Rosamunde kijkt GBJ wat verlegen, vragend aan. GBJ knikt vriendelijk terug, 'toe maar,' fluistert hij, Hondert belletjes!' als ik me niet zo op mijn
gemak voel -Prachtig! Lekker kort, kort
maar prachtig, port maar krachtig, haha! |
-Geef me je hand. Als ik mijn hand geef aan Rosamunde moet ik opeens denken aan het gedicht Handgemeen 1977, uit Rosamundels bundel Exegese hypothese. Bij
het verlaten van de VARA studio's Getweeën lopen we hand in hand
door een aardig laantje met hazelaars en hulst en
naaldbomen. De tjif-tjaf, een op zichzelf niet
onsympathiek geelgroen vogeltje zit te zingen op de tak
van een linde. Plotseling ligt op een klein plateau daar
het grote hunebed. Al een paar minuten zitten GBJ
en Rosamunde zonder iets te zeggen naast elkaar op het
hunebed. GBJ voelt zich vreemd licht in zijn hoofd. Er
valt een druppel op zijn hand. 'Het begint te regenen,'
zegt hij. Ja beste lezers dat was het, volgende keer maar een portret van een sportvrouw dacht ik |